‘We moeten laten zien dat wij zwarte potten er zijn’
Wij staan als regenbooggemeenschap op de schouders van Roze Reuzen. In de gelijknamige podcast gaat historicus Mark Bergsma in gesprek met vijf belangrijke activistische iconen uit onze Nederlandse queergeschiedenis.
Vanaf nu kun je luisteren naar het eerste deel van het verhaal van Anne Krul.
Anne Krul (1958) heeft Ghanees-Nederlandse wortels en werd geadopteerd in een katholiek gezin. Ze speelde
al jong met genderrollen en omschreef zichzelf later als tomboy.
Op haar achttiende verhuisde ze naar Utrecht om sociale pedagogie te studeren. Via een vriendin ontdekte
ze dat ze lesbisch was, of zoals ze het zelf liever noemde: ‘pot’, en kwam bij het COC. Haar coming-out was het begin van haar activisme. Ze sloot zich aan bij een initiatief tegen conversietherapie en richtte zich op het bijeenbrengen van kritische lhbtiq+-geloofsgenoten.
Zo ging ze de confrontatie aan met organisaties als Youth for Christ en Evangelische Hulp aan Homofielen.
Teleurgesteld in de witte feministische en potten- en flikkerbeweging sloot Anne zich in de jaren ‘80 aan bij de Zwarte, Migranten- en Vluchtelingenvrouwenbeweging
(zmv). In collectieven als Sister Outsider, SUHO-Vrouwen en ZAMI vond ze herkenning, ruimte voor expressie en activisme waarin cultuur, creativiteit en zelfbenoeming centraal stonden.
Voor Krul zijn taal, kunst, archieven en activisme onlosmakelijk verbonden. Hoe benoem je jezelf, je etniciteit,
je gender, je verlangens en belangen, hoe draag je bij aan een meer inclusieve gemeenschap en samenleving? Het zijn vragen die ze in woord en daad steeds opnieuw stelde. In 2020 ontving ze de Bob Angelo Penning voor haar inzet voor belangen van lhbtiq+-personen
van kleur.
Het eerste deel van Anne’s verhaal is nu te beluisteren. Over twee weken, op 19 september, vervolgt het gesprek tussen Anne en Mark in aflevering 4.
Luister de afleveringTekst en Foto: IHLIA
